Een nazaat van de oude naam Vogelsang heeft ons een paar jaar terug het resultaat van vakkunding stamboom onderzoek opgestuurd. De naam Vogelsang vond zijn oorsprong in Nederlands-Indië heeft zich 3 generaties lang in Indonesië uitgebreid. Het begon allemaal met
Guillaume Vogelsang, die om mij onbekende redenen naar Nederlands-Indië vertrok.
Het was gebruikelijk dat je naar een soort instantie ging als je een huishouden ging starten in Indië dat je via zo'n bureau personeel kon krijgen. Nou dan begon je dus met een baboe, (baboe tjutji voor de was), want die regelde dan je eten en maakte je huis schoon etc. Deze vrouwen leefden dan vaak in concubinaat; ze hielden het eten én het bedje warm. Het was meestal allemaal wederzijds en toegestaan, en raar was het niet. Nou ja, er werd niet over gepraat ofzo, maar het was niet vreemd. Zo'n vrouw werd een
Njai genoemd.
Rond 1860 was de aanwezigheid van een baby niet te ontkennen in huize Vogelsang. De enige vrouw in dat huis, voor zover de oplettende buurt wist, was zijn dienstmeid
Sagium. Het werd al snel duidelijk dat deze inlandse Madoereense vrouw de taak als Njai op zich had genomen en baarde in 1863 en 1865 nog twee andere zonen van Guillaume. Waarom hij ze erkend heeft mag joost weten, want hij trouwde uiteindelijk met een of andere adelijke inlandse dame genaamd Jacoba waar hij nog eens even lekker zeven kinderen bij verwekte. Over Sagium is verder niets bekend, vermoedelijk was die dr na een tijdje zat, of ze ging dood. In ieder geval had hij nog wel die drie zonen van haar.
Antonius Cornelius Philippus Vogelsang(de eerst geborene van Guillaume en Sagium) trouwde halfbloedige Wilhelmina de Wilde (zo bleef het lekker in de familie), en samen kregen zij over een periode van 17 jaar negen kinderen. De jongste hiervan was een meisje,
Hélène Lucie Vogelsang.
Heleentje was de eerste die met een
Totok Belanda thuiskwam, wat niet zo raar was in die tijd aangezien steeds meer Nederlanders zich in Indië hadden gevestigd na de eerste wereld oorlog. In die crisistijd vooral, want in Nederland was er niet zo veel te zoeken (omstreeks 1923-24 ofzo). Ze trouwde in 1927 met Jan Josephus Egidius Everhard, waar ze tot zijn dood in 1987 mee getrouwd was. Uit dit huwelijk kwamen twee kinderen, Wilhelmine en
Johannes Jacobus Cornelis EverhardIn deze tijd brak dus die vervelende tijd aan door de bezetting van de Japanners op Nederlands-Indië. Aangezien Jan Josephus best een belangrijke taak had in Batavia, wat nu Jakarta heet, was hij voor de Jappen een lekker smeermiddeltje. Hij werd dus in 1942? gevangen genomen en heeft een poos in een interneringskamp gezeten. Toen hij eruit kwam begon de
Bersiap-periode aan. Het zogezegde machtsvacuüm in Nederlands-Indië, waarbij de Indo's pleitten voor onafhankelijkheid. Dan stelden ze niet zoveel prijs op Nederlands-Indiërs dus die moesten uit de kinken blijven. Hansje zat dan ook met zijn moeder en zijn zusje en later dus ook zijn vader op een plek waar er nog enigzinds gefunctioneerd kon worden.
Door dit gebrek aan scholing werd Hansje op 15 jarige leeftijd naar Nederland gestuurd alwaar hij zijn opleiding afrondde en vervolgens in dienst ging bij de Marine. Daar ontmoette hij zijn toekomstige vrouw
Sophia Jacoba Gerda Anna Waakop-Reijers waar hij na 2 mislukte huwelijken mee trouwde. Uit dit (nog altijd feestelijk gestoorde) huwelijk kwamen twee kinderen: Hanne-Marth en
Henriëtte Albertine Frédérique Louise Everhard. Ja, dat ben ik dus.
Natuurlijk is dit totaal niet interessant voor de buitenwereld maar publiciteitsgeil als ik ben ga ik het lekker toch op mijn blogje zetten.
check de volledige stamboom op
Geni, het heeft lang genoeg geduurd voor dat hij af was.
INFORMELE EDIT: Eigenlijk stam ik dus af van een slet he..das wel een grappig idee