tr.v. un•fixed, un•fix•ing, un•fix•es
1. To detach from what secures; unfasten.
2. To cause to leave a tranquil condition; disturb
Unfixed is een project dat de relatie tussen fotografie, postkoloniale perspectieven en hedendaagse kunst verkend. Het omvat een tentoonstelling, symposium, workshop, ‘artist in residence’, en een publicatie. De titel UNFIXED verwijst naar het ongefixeerde karakter van de fotografie en verkent daarbij het ongrijpbare van de fotografische "waarheid" en haar relaties tot thema’s als etniciteit en identiteit in de hedendaagse kunst.
Wanneer ik kijk naar een foto van mijn grootvader zie in een tropenpak naast zijn huis in Jakarta, ervaar ik gevoelens van nostalgie, heimwee zelfs. Wanneer ik deze laat zien aan mijn vader beleeft hij het moment; hij was erbij. Wat als ik de foto ophang in een hal, zodat iedereen hem kan zien. Tentoongesteld. Door deze foto uit het album te pakken en aan mensen te presenteren heb ik hem uit zijn context getrokken. Het is geen kiekje of persoonlijk artifact meer. Het is een indruk van een tijd die in het verleden ligt. Nederlandse kolonisten in Nederlands-Indië.

En pats-boem. Het is ineens geen familiekiekje meer, het representeert ineens een hele generatie die begin 20e eeuw naar Indonesië trok. Het representeert een tijd van stilte voor de storm. Ineens komt de hele geschiedenis langsvliegen van koloniaal Indië door die ene foto. Die foto uit mijn familie album. En hoewel het contrast is vervaagd, de foto gekreukeld is en de compositie te wensen overlaat krijgt het plaatje estetische waarde. Is dit ok? Is dit goed? Is dit de juiste reactie?
Dit is voor mij grotendeels Unfixed, wat bij mij is blijven hangen na de lezing van Kobena Mercer (
Welcome to the Jungle: New Positions in Black Cultural Studies -1994, AfroModern: Journeys through the Black Atlantic -2010).
The principle of reproducabilty zei hij,
photo's can be uprooted from origins, from purposes in which they were made. Alle kunstenaars aanwezig op het symposium en zij die exposeren hebben een achtergrond die niet ontsprong in het land waar ze wonen (met uitzondering van Hulleah Tsinhnahjinnie, waar het juist andersom is). Of ze hun achtergrond nu direct in hun kunst verwerken (zoals Hank Willis Thomas en Tsinhnahjinnie) of zich met deze achtergrond indentificeren met gelijke gevallen, identiteit is hier een belangrijk trefwoord.
Het was een zwarte dag voor de NS want dankzij enige vertragingen heb ik de lezingen van Charif Benhelima en Hulleah Tsinhnahjinnie gemist; juist degene die mij enorm aanspraken. Gelukkig ik tijdens tijdens de
Question&Discussion nog wat belangrijke punten opvangen. Vooral het werk van Hulleah kwam nogal ter sprake.

Haar geschriften waren nors, boos en vijandig. Pas op met wat je zegt, anders kom ik over je heen met mijn woordenvloed! vertelde het mij. Hulleah's werk slaat vooral op de wrijving tussen de Indianen stammen en de Amerikanen van haar adolescente dagen (neem ik aan).
I make the images for my community, for my people. Toen daar vanuit ik meen de hoek van Kobene Mercer een vraag opdook, die te maken had met toegankelijkheid in haar kunst (met al mn geschrijf is dat me ontgaan), toen zei ze dit:
You have to have the key, in order to get it. If you dont have the key, you cant get in. Dat vond ik prachtig. De vastberadenheid alleen al. Maar het is wel waar, het is een soort van gevaar in de hedendaagse fotografie. Wanneer je wil dat mensen zich tot je foto aangetrokken voelen, maar je onderwerp is ontoegankelijk voor vreemden is de logische oplossing het te compenseren met een estetische meerwaarde. Althans, dat is wat ik meekrijg om mij heen. De vraag is dan natuurlijk: is dat het waard? Mercer sprak hierover zijn
concerns uit tijdens de keynote lecture.
Het werk van Naro Snackey werd me vooral opgedrongen. Door niemand anders dan mezelf. Omdat ik zo opging in mijn eigen project heb ik goed moeten kijken naar de betekenis van haar installatie. Het is werkelijk nooit in me opgekomen om op deze manier fotos te reproduceren en vervolgens te deconstrueren. Het is absoluut gedurfd, want ik kan zelfs foto's die ik niet meer nodig heb niet verscheuren; ze verdwijnen intact en onaangetast in de prullenbak. De eerste indruk is een soort schranspartij van een houtworm. En dat bedoel ik dan positief, want wanneer je het performance (uitgevoerd door ik meen haar zusje) bekijkt merk je dat ze eigenlijk heel rustig en gecalculeerd te werk gaat. We delen een achtergrond, de Indische. Ik zou me meer in haar werk moeten verdiepen om meer raakvlakken te vinden dan dat.
Ik moet eerlijk bekennen dat het koloniale aspect van de tentoonstelling EN de lezingen mij minder trok, aangezien de indentiteit voor mij als persoon en als fotograaf zo belangrijk is. Kleine dingen hadden voor mij meer betekenis, zoals Kobena Mercer die een foto van zichzelf als 10jarig jongetje in zijn presentatie had en het als
Afro Vintage betitelde.

Hank Willis Thomas die in zijn voorbeelden het beeld van het negroïde (mag ik dat zeggen?) oma-figuur overal herkent wanneer hij reclame beelden ontdoet van hun tekst en daarbij een compleet andere boodschap laat zien, en Hulleahs uitspraak
Its often said, let go, move on. But this is how things get lost and dissapear. De lezing van Andrea Stultiens over haar begin in de fotografie, waar ze foto's van haar omgeving maakte om meer over haar eigen wereld te weten te komen en dat gebruikte als tool om fotografie beter te begrijpen. Maar de uitspraak van haar gast-spreker Arthur Conrad Kisitu na het presenteren van een portret van zijn biologische grootvader die hij merendeel van zijn leven niet heeft gesproken is eigenlijk hetgeen wat me het meeste raakte, en wat de boodschap van zowel Mercer als Pattynama goed overbracht:
"I can connect with my past, make sense of my present and even paint a picture of my future."